Wat is een pendelkabelbaan?
Een Pendelkabelbaan, Pendelbahn of Pendelseilbahn is een veel voorkomende kabelbaansoort waarbij de cabine of cabines op en neer gaan op hetzelfde spoor. In de meeste gevallen bestaat de pendelkabelbaan uit 2 sporen met op elk spoor 1 cabine.
Deze cabines hangen vervolgens weer aan 1, 2 of 3 kabels. Dit is onder andere afhankelijk van de grootte van de cabines. Als er gebruik gemaakt worden van slechts 1 kabel dan dient deze kabel zowel als draagkabel, waarop de cabine rust, en als trekkabel, dus de kabel die de cabine neer boven en naar beneden trekt. Bij kabelbanen bestaande uit 2 kabels is er een aparte kabel waaraan de cabine hangt en een aparte kabel die de cabine over de draagkabel trekt. Er zijn ook nog pendelkabelbanen die gebruik maken van 2 draagkabels en 1 trekkabel. Over het algemeen geldt de regel dat hoe groter de cabine, en hoe groter de capaciteit van de cabine, hoe dikker de draagkabel is. Kabelbanen met grote cabines maken dan ook vaak gebruik van 2 kabels, een aparte draag- en een aparte trekkabel. De variant met slechts 1 kabel wordt meestal gebruikt bij kleinere gondels (tot 8 personen). Uiteraard zijn er ook nu weer uitzonderingen.
Naast de variant met 2 sporen en 2 cabines zijn er ook pendelkabelbanen die 1 spoor hebben met 1 cabine. Daarnaast zijn er de groeps-pendelkabelen. In deze variant zijn meerdere cabines aan elkaar gekoppeld en gaan deze als 1 geheel over de route heen en weer. Ook voor de groeps-pendelkabelbanen geldt dat er varianten zijn met 1 en 2 sporen.
Cabines pendelkabelbaan
De cabines van een pendelkabelbaan zijn vaak groter dan de gondels op een omloopkabelbaan . Omdat er slechts 2 cabines (of 1) heen en weer gaan moet je wachten totdat deze weer in de stations zijn aangekomen. Bij een omloopkabelbaan is het een komen en gaan van gondels. Hierdoor hebben de cabines van een pendelkabelbaan vaak een hoge capaciteit. De kabelbaan met de cabines die momenteel de hoogste capaciteit hebben bevindt zich in Vietnam, de Ha-Long-Queen kabelbaan. De cabines van deze kabelbaan bieden plaats aan 230 personen. Het enige nadeel is dat je in de meeste gevallen moet staan in een pendelkabelbaan. Uitzondering is bijvoorbeeld de Engelberg – Brunni kabelbaan waarin een aantal bankjes geplaatst zijn.
Ophanging
De ophanging van een cabine is een staalconstructie die de cabine aan de draagkabel bevestigd. Deze ophanging is een vrij starre constructie omdat je niet wilt dat cabines die elkaar passeren tegen elkaar aan kunnen waaien of kunnen schommelen. De ophanging is ook vrij hoog aangezien de cabines ook de steilere stukken van de route moeten kunnen passeren zonder dat de cabine hier tegen de draagkabel aan slaat.
Op de routes waarbij gebruik is gemaakt van steunpilaren heeft de ophanging een a-symmetrische vorm. Dit om de steunen te kunnen passeren. Als er geen gebruik wordt gemaakt van steunpilaren dan heeft de ophanging een A-vorm waarbij de kabel voor de bovenkant van de A loopt zodat de cabines onmogelijk kunnen ontsporen.
Transportverbinding
De transportverbinding van een cabine (Laufwerk) dat is het onderdeel waarmee de cabines op de draagkabel rijden. Deze transportverbinding bestaat uit 2 of meerdere wieltjes waarmee de cabine over de draagkabel rijdt. De wieltjes bestaan uit een elastisch materiaal om ervoor te zorgen dat de cabines stiller zijn en de rit relaxed is zonder al te veel gehobbel.
Draagkabel
De draagkabel waarover de cabine heen – en weer beweegt verandert niet van plek en zit vastgeklemd tussen het dal- en bergstation. Als er gebruik wordt gemaakt van steunpilaren dan gaat de kabel hier over zogenaamde Tragseilsättel, waarbij de kabel wat heen en weer kan bewegen, afhankelijk waar de cabine zicht bevindt, voor of na de steunpilaar. Dit is belangrijk omdat zodoende het gewicht van de cabine in balans gebracht kan worden. Indien de draagkabel altijd op dezelfde plaats zou liggen dan zouden bepaalde plekken van de kabel snel slijten. Om dit tegen te gaan wordt de kabel eens in de zoveel tijd wat verschoven. Dat betekend dus ook dat de kabel langer is dan deze eigenlijk zou moeten zijn, er is dus een stuk reserve.
Aandrijving
De aandrijving van een pendelkabelbaan gebeurt meestal vanuit het bergstation. Van hieruit zorgt een elektromotor ervoor dat de kabelschijven (keerschijven voor de kabel) ronddraaien en de trekkabel vervolgens laten bewegen. In geval van stroomuitval of een technisch mankement met de elektromotor dan zijn is er ook een noodstroomgenerator die de schijven kan laten draaien.
Remmen
Een pendelkabelbaan heeft meerdere soorten remmen. In de basis is er de algemene rem die er standaard voor zorgt dat de kabelschijven vertragen en de cabine netjes rustig de stations binnenlopen. Mocht er iets gebeuren dan is er ook nog de zekerheidsrem. Deze rem zit rechtsreeks gekoppeld aan de kabelschijven en kan deze, indien dat nodig is, direct tot stilstand brengen.
Mocht het nou gebeuren dat bijvoorbeeld de trekkabel knapt dan is er ook nog de draagkabelrem. Deze rem bevindt zich tussen de wieltjes van de transportverbinding en zorgt ervoor dat de cabine direct tot stilstand komt.
Al met al is een pendelkabelbaan een zeer veilig systeem welke bezoekers snel en comfortabel de berg op en af kan brengen.
Wil je meer weten over de verschillende soorten kabelbanen, download dan gratis het complete kabelbaanoverzicht.